Trommelkoek
Heel veel oude recepten zijn ontstaan uit de gewoonte om van voedsel niks weg te gooien. Als je niet veel hebt, gooi je niet gauw iets weg (misschien kunnen wij daar nog iets van leren). Zo ook Trommelkoek. Een soort warme tulband met vulling die met stroop en gesmolten boter werd gegeten. Men maakte een broodpudding van oud brood. Trommelkoek wordt gemaakt met bloem.
Wat je nodig hebt is een ouderwetse (ook nieuw te koop hoor) afsluitbare trommelkoek-vorm (of boffertpan) en een ruime pan met water waar deze vorm in kan komen te staan om te garen.
Trommelkoekvormen zijn er in allerlei maten. Van groot tot klein. Onderstaand recept komt uit een oud kookboekje voor het primaire nijverheidsonderwijs, uit 1959 (1e druk uit 1953). De recepten in dit boekje zijn over het algemeen voor 1 persoon, dus onderstaand recept is niet voor een mega-grote vorm. Pas in dat geval de hoeveelheden aan.
Ingrediënten:
200 gr bloem
200 ml melk
2 lepels krenten
2 lepels rozijnen
1 lepel margarine
1 theelepel kaneel
5 gram gist (in geval van gedroogde gist dus een half zakje)
Bereiding:
1. Doe de bloem in een kom en maak er een kuiltje in.
2. Doe de krenten en de rozijnen op een zeef in een kom en was ze één maal met lauw water en verder zo lang met koud water, tot ze schoon zijn en verwijder de steentjes. (Hmmm..tja, ouderwets boekje hè!!!)
3. De de melk en de margarine in een omgespoelde pan en maak de melk zo heet, dat het lauw warm aan voelt, wanneer je met de rug van de hand het pannetje aanraakt.
4. Doe de gist in een kommetje en meng deze aan met 2 lepels lauwe melk. (In geval van gedroogde gist dus niet nodig voor op te lossen...)
5. Schenk de aangemengde gist in het kuiltje en voeg de rest van de melk toe.
6. Roer van het midden uit met een houten lepel tot het beslag glad is.
7. Voeg krenten en rozijnen, het zout en de kaneel toe.
8. Roer alles goed dooreen.
9. Maak de rand van de kom schoon en leg er een bord op.
10. Zet de kom in een teiltje met lauw water en laat het beslag 1 uur rijzen.
11. Laat een lepel margarine week worden in de warme puddingvorm
12. Smeer met een boterpapiertje (tja, daar gaan we weer, kwastje mag ook hoor!!) de warme puddingvorm in; ook de binnenkant en het deksel.
13. Doe 2 eetlepels paneermeel in de puddingvorm.
14. Sluit de vorm goed af met het deksel.
15. Schud de puddingvorm op en neer en heen en weer.
16. Doe de puddingvorm weer open en kijk of de puddingvorm van binnen geheel met paneermeel is bedekt.
17. Schud het overtollige paneermeel uit de vorm.
18. Doe het beslag in de puddingvorm, maar zorg, dat het beslag minstens 3 vingers breed onder de rand blijft.
19. Sluit de puddingvorm in een pan en vul deze zó ver met water, dat de vorm er 5 cm boven uitsteekt.
21. Sluit de pan en breng het water aan de kook.
22. Laat de pudding gaar koken in het kokende water in 1,5 uur.
23. Vul het water in de pan met kokend water bij, als het water sterk verdampt.
24. Haal de puddingvorm voorzichtig uit de pan.
25. Laat de vorm even afkoelen.
26. Maak de vorm open en laat de pudding even uitdampen.
27. Keer de pudding op een plat bord.
28. Presenteer er boter en suiker of stroopsaus bij.
Stroopsaus
1 dl melk
0,5 lepel bloem
0,5 lepel stroop
0,5 lepel margarine
1. Doe de bloem in een kom.
2. Doe hierbij een halve lepel koude melk en roer dit tot een glad papje.
3. Voeg daarna nog 1 lepel koude melk toe.
4. Breng de rest van de melk aan de kook in een met water omgespoelde pan.
5. Zet de melk af. Giet de kokende melk roerende met een houten lepel bij de aangemengde bloem.
6. Giet alles terug in de pan.
7. Laat alles samen, roerende met een houten lepel, 5 min. doorkoken.
8. Voeg van 't vuur eerst de stroop en daarna de margarine toe.
Maak jouw eigen website met JouwWeb